Met een groep mannen staan we onderin een bunker van de Maginotlinie in Noord-Frankrijk. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog kwamen hier ruim honderd Franse soldaten om toen het Duitse leger er een gifgasgranaat naar binnen gooide. Wij staan hier nu op de eerste dag van onze “Heart of Men” mannen-vierdaagse, waarin we ons met het thema “Man en oorlog” verbinden.
In een cirkel staan we samengedrongen op zo’n dertig meter diepte. Ton nodigt ons uit te zeggen wat er in ons naar boven komt. Bij mij zijn dat drie woorden: “Een nieuw verhaal”.
Nadat we op deze plek afscheid nemen van Joris Linssen, die met zijn tv-programma “Boeddha in de polder” een dag bij ons te gast was, loop ik door de tunnel die twee bunkers verbindt. Duister, nat, koud. Achter me loopt Robert. Hij heeft zijn drum meegenomen en het bonzende geluid golft door de tunnel.
Ik realiseer me dat we een tocht door de onderwereld maken. Heel wat mannen, in Europa maar ook op vele andere plekken, zitten in de onderwereld.
Heel wat mannen komen daar nooit meer uit.
Als we de lange roestige trap omhoog zijn gegaan, kom ik ineens weer in de golvende heuvels van de Ardennen. De zon schijnt, het gras is ongelooflijk groen. Het is alsof ik na een oorlogsfilm de bioscoop weer verlaat.
Oorlog is het gevolg van een oud verhaal. Een verhaal van het denken in “Wij en Zij”, van angst, van woede, van pijn en verdriet die we niet willen voelen, van verharding en geweld.
Maar er komt een nieuw verhaal aan. Daarom zijn we hier, wij met z’n vieren, de 13 deelnemers uit België en Nederland, en de vijf man tellende filmploeg.
We zijn onderweg naar dat nieuwe verhaal en dat is een enorm proces. Want dat nieuwe verhaal is niet iets dat je zomaar even bedenkt. Het kan alleen maar geleidelijk aan de wereld in komen omdat we ons er allemaal voor open stellen. Dat is wat we ook in deze vierdaagse doen: we dalen af in onszelf net zoals we deze middag in de bunker zijn afgedaald, en op de bodem vinden we het goud van onze ziel.
Het is in deze junidagen de elfde keer dat we “Heart of Men” organiseren. In 2013 kwam de titel bij Ton op nadat we samen de Externsteine in Duitsland hadden bezocht. Toen we weer thuis waren voelden we ons allebei een paar dagen lang beroerd. Alsof we iets van een zware, negatieve energie hadden opgenomen die moeilijk te verteren was. Het kenmerkt onze manier van werken: we maken contact met onderliggende energieën, vaak hebben we geen idee waarmee precies, maar vanuit het vertrouwen dat “alles dat gebeurt het juiste is dat dient te gebeuren”, zoals een van de spelregels van de Open Space-methode zegt.
Als dingen niet gevoeld worden, worden ze tot blokkades. In onze workshops zijn we veel bezig met het weer toelaten van die “moeilijke gevoelens” zodat de blokkades kunnen oplossen en de levenskracht weer vrijelijk kan stromen.
Deze elfde editie is ook voor ons extra spannend want twee dagen lang zal er een tv-ploeg van het programma “Boeddha in de polder” aanwezig zijn. Presentator Joris, regisseur Wilfred en producer Ruud gaan mee het proces in.
Jammer is wel dat ze geen vier dagen de tijd hebben. Presentator Joris moet aan het eind van de dondermiddag weer weg. Regisseur Wilfred, cameraman Maarten en geluidsman Menno blijven nog tot vrijdagmorgen, dus zij maken de eerste echte “Open Space” sessie op donderdagavond nog mee. Dat we hier ja tegen gezegd hebben heeft ook te maken met de indruk dat we deze mannen kunnen vertrouwen: dat ze oprecht en integer hun werk doen. Gelukkig raken we daar niet in teleurgesteld.
Op woensdagavond beginnen we met een kort welkomstwoord waarin ik recht probeer te doen aan het proces waar we samen in gaan: de toestand in de wereld is heel verwarrend, wij geloven dat de beste manier om daarmee om te gaan is: zo goed mogelijk contact te maken en te blijven maken met je eigen kern. Dat is het doel van het proces dat we nu in gaan.
En zo lopen de deelnemers even later geblinddoekt en hand in hand naar de bron in het bos. Ik ben blij met het vertrouwen dat ze meteen al in ons stellen: hand in hand geblinddoekt het bos in. Ik ken aardig wat mannen die zouden zeggen “Ben je helemaal!?”
Bij die bron beginnen we aan de langzame afdaling naar de bron in onszelf. Daar liggen de werkelijke antwoorden op de vele vragen die we in ons meedragen. Ook ik neem mijn vragen mee naar dit OostWestCentrum vlakbij Orval, waar ik al zo’n 25 jaar een paar keer per jaar graag kom. Vragen over eigen autoriteit en afhankelijkheid, over de uitdagingen van het ouder worden, over broederschap en leiderschap, en over mijn moeder waar ik nog steeds niet mee in het reine ben, al is ze al 20 jaar dood.
Terug in de zaal kunnen we die vragen allemaal even lekker los laten, als we ons ontspannen in de klanken die Sven en Vicky over ons uitstrooien. Sven en Vicky zijn onze twee Vlaamse muzikanten die ook helemaal meedraaien in de begeleiding, net als Nederlander Dirk die er deze keer niet bij is.
Sven en Vicky maken hun klanken in afstemming op het proces van de groep, en dat doen ze fantastisch. Hun muziek draagt, stimuleert of geeft richting, raakt iedereen aan, met ritmes en vibraties, trilt stukjes los, verzacht, omvat, beweegt mee, heelt…
Dan gaan de mannen in drietallen uitwisselen aan de hand van een ansichtkaart die ze blind trekken, en daarbij krijgen ze van ons drie vragen: wie ben je, waar ben je bang voor en wat heb je nodig? Aan het eind van de avond zitten we met 20 mannen voor het eerst samen in de cirkel en delen we wat er in ons leeft, terwijl de camera- en de geluidsman om ons heen dartelen.
De vragen en behoeften die er leven zijn divers, maar er zijn ook vele overeenkomsten: een goede vader willen zijn, beter willen wortelen, inzichten en broederschap delen, helderder krijgen wat het leven van mij en mijn leiderschap vraagt, behoefte aan mannenenergie, vanuit mijn hoofd meer in mijn gevoel zakken, mijn innerlijk kompas calibreren, zoeken naar een diepere laag. Hoewel we nog maar een paar uur bezig zijn, valt me de openheid en de eerlijkheid op, er worden geen “verhaaltjes“ verteld. Een zin die Erik uitspreekt raakt me in het bijzonder: “Ik ben niet echt gelukkig en ik vraag me af waarom niet.”
De volgende ochtend bestaat uit twee “standaardonderdelen”. Eerst neem ik de mannen mee in anderhalf uur lichaamswerk waarin we een reis maken langs de zeven mannelijke archetypes, zoals die ook in Ton’s boek “De Terugkeer van de Koning“ staan beschreven. We beginnen bij de Heilige, helemaal bovenaan en dan gaan we helemaal naar beneden, naar de Wildeman. En dan steeds weer naar boven en naar beneden: Magiër, Minnaar, Nar, Krijger tot we uitkomen bij het archetype waar het allemaal om draait: De Koning.
Dit is een manier van werken waarbij ik me als een vis in het water voel. Ik beweeg met de groep door de ruimte, ik praat heel veel maar zeg erbij dat ze echt niet alles hoeven te horen: “er komt vanzelf wel binnen wat past, en de rest laat je maar gewoon van je afglijden.” Ik weet wel ongeveer wat ik wil gaan zeggen maar laat me ook verrassen door het moment. Soms komt er ineens iets heel nieuws uit mijn mond. Ik heb het gevoel dat ik “gevoed wordt” door de energie van de groep, dat ik vanzelf de dingen oppik waar het om gaat. Heerlijk vind ik het, ik geniet er van. Ik ben me wel bewust van de aanwezigheid van de camera en de microfoon, maar ik heb er geen last van.
En dan is het tijd voor de oefening die er ook bij mij, 32 jaar geleden, enorm inhakte: de Vader-Zoon-Cirkel. Toen bracht die oefening mij voor het eerst in lange tijd weer in contact met de pijn en het verdriet rond mijn afwezige vader en in de afgelopen jaren heb ik heel wat mannen hetzelfde zien beleven. Het is niet alleen de stem van Ton en de muziek van Sven en Vicky maar het is ook hun toewijding, hun wijsheid, hun liefde die de de mannen raken. Ik kijk toe vanaf de kant en ben als altijd ook nu weer geraakt door de schoonheid van de pure emoties, hoe heftig ze soms ook zijn. Ik ben blij om te zien hoe ook presentator Joris, regisseur Wilfred en producer Ruud er in meegaan. Dat was ook de voorwaarde die Ton in de voorbereidende besprekingen had gesteld: jullie gaan mee het proces in.
Als we daarna genieten van de heerlijke lunch, realiseert menige man zich verbaasd dat we nog maar twee dagdelen bezig zijn. “Het lijkt al wel veel langer”. Ook zelf realiseer ik me weer hoeveel we hier in korte tijd kunnen meemaken. Intense dagen…
We nemen een wat kortere middagpauze want we moeten weer op stap. De tv-ploeg was erg enthousiast over het thema “Man en Oorlog” en daarom gaan we op excursie naar een bunker uit de Maginot-linie, in Frankrijk.
Beneden in de bunker staan we met z’n 22en samendrongen in een krappe ruimte. We nemen afscheid van Joris en Ruud, en bij mij komen de woorden “Een Nieuw Verhaal“ boven. ‘s Avonds in de cirkel met de Talking Stick vertel ik er over en het resoneert goed. Op een prachtige manier vlecht ieder zijn eigen verhaallijn in het weefwerk dat we samen maken.
En er gebeurt die avond nog iets heel moois. Er worden ook nu weer opnames gemaakt, regisseur Wilfred zit vanaf de zijlijn toe te kijken en af en toe aan Maarten en Menno instructies te geven. Dan neemt Sven het woord. Hij nodigt Wilfred uit in de kring plaats te nemen. Wilfred staat op en neemt zijn plaats in de cirkel in. Even later neemt hij de Talking Stick in handen en vertelt over hoe mooi hij zijn werk vindt maar ook hoe eenzaam hij zich daarin kan voelen. Hoe weinig vrienden hij heeft. Hij laat zijn verdriet zien en aan ons voelen. Het is een tijdje stil, we voelen met hem mee. Het is een prachtig moment, heilzaam voor hem, voor ons allemaal.
“Ja, dit is Heart of Men”, denk ik. ”Wat mooi weer dat het werkt.”
De volgende morgen, op vrijdag, nemen ook Wilfred, Maarten en Menno afscheid. Het is een warm afscheid, en Menno en Maarten hebben zich, ook al waren ze aan het werk, bij momenten diep geraakt gevoeld. Onder applaus verlaten ze de zaal.
Vanaf dat moment is voor ons de druk er een beetje af. Ik merk dat aan mezelf doordat ik vanaf dat moment niet meer helemaal scherp heb wat er gebeurt en op welk moment. Alsof ik de controle nog wat verder loslaat en daardoor nog wat dieper in de stroom van het proces kan komen. Er zijn golven, er zijn stiltes, maar de volgtijdelijkheid kan worden losgelaten.
Ik vertel over de wrokkigheid die me parten speelt in mijn relatie tot mijn moeder, ook al is ze al twintig jaar dood. Het doet me goed om er over te kunnen vertellen, ook omdat er zo liefdevol naar me geluisterd wordt. Die wrokkigheid naar mijn moeder – een goed mens, alleen had ze zo haar beperkingen – kleurt de laatste tijd mijn relatie met een goede vriendin, met wie ik samenwerk. Ik besef dat ik in haar iets zoek wat ik in mijn moeder miste maar daarmee doe ik beiden onrecht. En ook mezelf doe ik onrecht, want ik merk hoezeer mijn wrokkigheid mezelf blokkeert. Wat me duidelijk begint te worden is dat het nodig is dat ik mijn wrokkigheid eerst maar eens aanvaard, voordat ik haar los kan laten. Daarmee heb ik iets te doen wat ik zelf vaak aan anderen adviseer met het ezelsbruggetje HEAL: Herkennen, Erkennen, Aanvaarden, Loslaten. Wat krijg je als je Aanvaarden overslaat? Precies: HEL.
Vicky vertelt over zijn trauma bij het muziekconcours waar hij blokkeerde en daarbij pijnlijk door zijn vader in de steek werd gelaten. Ton vraagt hem nu voor ons muziek te spelen en als hij dat doet smelten bij iedereen oude, harde stukken. Ook bij hemzelf.
Dan komt aan het eind van de zaterdagmorgen de vraag: wat gaan we vanmiddag doen? Ton en Sven willen graag naar Metz. Met name om daar de Tempelierskapel met een hele hoge energie te bezoeken, als tegenwicht voor de bunker waar we op donderdagmiddag in afdaalden. Zelf heb ik geen zin om drie uur in de auto te zitten en dan in een stad terecht te komen waar ik waarschijnlijk alleen maar drukte aan beleef. Ook een aantal andere mannen blijft liever “thuis”. We vinden een compromis, en soms is er niks mis met een compromis. De helft van de groep gaat met Ton, Sven en Vicky mee naar Metz, ik blijf met de andere helft hier. We spreken af om vijf uur op elkaar af te stemmen.
Met z’n achten lopen we later die middag door het bos naar de abdij van Orval. Heerlijk om buiten te zijn na de vele uren in de zaal.
‘ s Avonds maken we aan de bosrand, bij de oude zweethutplek een vuur. Als uitgelaten jongens maken we samen de plek klaar, sprokkelen hout, voeren met een kruiwagen een paar emmers bluswater, flesjes Orval bier en Orval kaas aan. Peter maakt professioneel het vuur aan en zo genieten we van de schoonheid van de plek. De golvende heuvels, de bomen, het gras, de lucht die langzaam donkerder wordt. De schoonheid van de Aarde zelf, waarmee we ons als mannen veel dieper verbonden kunnen voelen dan we vaak denken. Terwijl af en toe een sms’je van Ton binnenkomt die meldt dat ze ongeveer om elf uur weer terug zullen zijn en ik laat weten dat we bij het vuur op ze zullen wachten, heb ik een lang gesprek met Ken. Die vertelt een bloedstollend verhaal over zijn jeugd. Hoe hij op zijn zeventiende zijn jeugd achter zich liet om zijn eigen leven op te bouwen, maar hoe die traumatische jeugdherinneringen hem nu parten spelen. Ik luister naar hem, zeg af en toe iets waar hij wellicht wat aan heeft maar besef gaandeweg steeds sterker dat het vooral ons contact is waar het om gaat. Dat hij voelt dat ik echt luister, meevoel, misschien daardoor ook een beetje meedraag.
We drinken een paar biertjes en eten een blokje kaas. Heerlijk. Als de Metzgangers om elf uur terugkomen zien ze in de verte het vuur branden.
Het vuur van broederschap. Welkom terug!
De volgende ochtend nemen wij de leiding weer. De drie vragen van de eerste avond hebben zich getransformeerd tot: wie wil je zijn, waar verlang je naar, wat heb je te geven? Als ik met de groep door de ruimte beweeg, leggen Sven en Vicky daar een tapijt van klank onder. Het ritme versnelt, de groep beweegt mee maar dan vertraagt het ritme weer. Het is tijd om het proces weer los te laten.
En mijn wrokkigheid? Die is nog niet helemaal weg.
Maar ik ben weer beter gaan dat het míjn wrokkigheid is.
Niet de schuld van een ander!
Zo helpen we elkaar.
In het oude mannenverhaal bestreden we elkaar, en die zogenaamd mannelijke energie heeft ons nog behoorlijk in de greep. Maar stapje voor stapje gaan we vooruit, en ontdekken we dat we broeders van elkaar zijn. En dat het veel prettiger, gezonder, verstandiger en wijzer is als we elkaar helpen in plaats van elkaar bevechten. Niets mis met een gezonde rivaliteit, maar laat het alsjeblieft een spel blijven. En niet ontaarden in de bloedige realiteit die we nu overal om ons heen zien.
Dit is het nieuwe verhaal!