De Amerikaanse dichter Robert Bly is de geestelijke vader van het “mythopoetic men’s work”. Met zijn boek “Iron John” gaf hij er in 1992 het startsein voor. In “Iron John” beschrijft Bly aan de hand van een sprookje van Grimm hoe een jonge man vandaag de dag volwassen kan worden. Behalve mythologische motieven stopt Bly uiteraard ook veel poëzie in zijn werk. Met deze combinatie – mythopoetic – tilt de in 2022 overleden auteur het onderwerp van mannelijke identiteit naar een niveau dat door een puur rationele benadering niet bereikt kan worden. Een rationele benadering blijft bijvoorbeeld steken in logica: iets is of waar, of niet waar. Maar in de wereld van de ziel, en daar hebben we het hier over, kan iets zowel waar als niet waar zijn.
Daarmee is meteen de kern van Bly’s werk gegeven: in de recente geschiedenis van industrialisatie en rationalisatie is de moderne man het contact met zijn ziel kwijt geraakt. Tot wat voor ellende dat leidt kunnen we dagelijks om ons heen zien. Een tomeloos geloof in technologie, in strijdlust en competitie als basishoudingen voor het bestaan, gedragen door het reductionistisch-mechanistische paradigma dat het leven als een machine ziet en daarmee de ervaring van heelheid en samenhang kapot maakt.
Al zo’n dertig jaar zijn groepjes mannen overal in de westerse samenleving bezig om met behulp van het mythopoetische mannenwerk het evenwicht te herstellen. Hun aantallen zijn nog gering, hoewel groeiende, maar hun invloed is niet te onderschatten. Dat komt doordat er een grote honger is naar een meer holistische visie op het leven. Zo’n holistische kijk kun je alleen in de praktijk brengen als je zelf ook op weg gaat om meer een geheel te worden.
In onze workshops gebruiken we daarvoor het model van de zeven mannelijke archetypes. Deze zeven lijken zo uit een mythologisch verhaal of een sprookje te zijn weggelopen. Heilige, Magiër, Nar, Koning, Krijger, Minnaar en helemaal onderaan de Wildeman, het archetype dat in Bly’s boek uitvoerig behandeld wordt. De “Wildeman” is het archetype dat staat voor de mannelijke verbinding met de Aarde. Daar schort het in onze tijd nogal aan.
Van elke man wordt gevraagd al die zeven archetypes, die zielekwaliteiten die in ons allemaal in potentie aanwezig zijn, in zichzelf tot ontwikkeling en tot bloei te brengen. Dan is hij in staat om met de grote en complexe uitdagingen van deze tijd om te gaan.
Te zeer bouwen en vertrouwen we in onze tijd nu nog op de specialist, de expert, meestal een man die heel veel weet van weinig, maar weinig van veel. We hebben juist de generalist nodig, de “Homo universalis” uit de Renaissance, de wetenschapper die dwarsverbanden kan leggen, de ambachtsman die ook een kunstenaar is, de “theoretisch opgeleide” die ook weet van de praktijk heeft. De Krijger die ook kan dansen, de Magiër die ook kan liefhebben, de Nar die ook kan koken. Zes archetypes die samen de Koning dienen. De uiterlijke koning, de innerlijke koning en: de Heilige Koning. Als het goed is laten we ons allemaal door die Heilige Koning leiden.
Als het goed is….