Ik kon mijn vader vroeger niet uitstaan. Vanaf mijn puberteit ging ik hem uit de weg. Ik vermeed hem zoveel ik kon. Als hij pogingen deed om contact te maken gaf ik minimale antwoorden. “Ja”. “Nee.” “Weet ik niet.” “Misschien.” Alles om maar zo duidelijk mogelijk de boodschap over te brengen: “Ga weg.”
Dat was natuurlijk niet altijd zo geweest. Ik was een gevoelig, aanhankelijk jongetje dat als kind zijn vader zocht, maar nadat ik een paar keer teleurgesteld werd, was de deur dichtgegaan. Het scherpste moment was toen ik acht jaar oud was en steun bij mijn vader zocht omdat ik ruzie met een vriendje had. Het enige dat hij kon zeggen was: “Ach jongen, ik heb wel voor hetere vuren gestaan.”
Ik had geen idee waarom ik mijn vader in de jaren daarna zo slecht kon verdragen maar ik dacht er niet over na. Dat kwam pas een hele tijd later toen ik het pad van persoonlijke groei was ingeslagen en ik mezelf vragen begon te stellen. Vragen over wie ik was, wat ik hier op aarde kwam doen en ook: waarom ik sommige dingen zo moeilijk vond. Een van die dingen was: voor mezelf opkomen. Conflicten aangaan, in plaats van ze te vermijden.
Op mijn weg kwam ik de Amerikaanse dichter Robert Bly tegen. Hij had een boek geschreven over man-zijn, en daarin las ik iets dat insloeg als een bom. Als dichter sprak Bly regelmatig voor zalen en daarin zag hij veel jongere mannen waarin hij iets miste. “Hun gebrek aan energie is opvallend. Ze zijn levenbehoudend, niet levenbrengend.” Dat herkende ik. Ook in mezelf miste ik een kern, een kracht van waaruit ik mijn leven kon vormgeven. Ik had het gevoel dat ik vaak maar wat meedreef. Bly had het in zijn boek over De Wildeman, een mythologische figuur die voor jonge mannen de rol van mentor kan vervullen. Die Wildeman wilde ik wel leren kennen!
En dus schreef ik me in voor een “Wildeman Weekend” dat door ene Ton van der Kroon werd georganiseerd. In dat weekend gebeurde iets wat ik helemaal niet verwacht had: ik kwam in contact met het verdriet van het jongetje dat zijn vader zo vreselijk miste. Verdriet dat ik vele jaren had weggeborgen maar dat mijn leven sterker had beïnvloed dan ik ooit had beseft.
Bij het toelaten van dat verdriet werd ik gesteund door andere mannen. Zo gebeurden er in dat weekend twee dingen die voor mij ongelooflijk belangrijk waren: door het verdriet toe te laten, kon ik weer gaan voelen dat ik nog steeds van mijn vader hield. En ik ging voor het eerst in mijn leven ervaren dat andere mannen niet alleen rivalen, concurrenten en vijanden zijn waarvoor je op je hoede moet zijn, maar dat het ook broeders kunnen zijn die je emotionele steun geven.
Na het weekend schreef ik mijn vader een brief en dat was het begin van een nieuwe relatie met hem. Dat heeft ons beiden enorm goed gedaan.
In de auto na het weekend weer op weg naar huis dacht ik: “Dit moeten alle mannen weten!”
Dat is dertig jaar geleden. Ik begeleid samen met Ton alweer vele jaren mannenworkshops. Sinds een jaar of vijf hebben we versterking gekregen van drie jongere mannen. Onder de noemer “Heart of Men” bieden we een heel pakket aan. Vandaag gaat onze nieuwe site live: heartofmen.one
De accenten zijn door de jaren heen verschoven maar nog steeds gaat het om: samen met andere mannen afdalen in je gevoelswereld en daarbij de blokkades voor je groei wegnemen. Mannen zijn al eeuwenlang gesocialiseerd om vooral in contact te staan met hun wil, hun daadkracht, en met hun denkvermogen. Het gevoelsleven werd aan “de” vrouw uitbesteed. Sinds in de zestiger jaren vrouwen hun wil en hun denken weer opeisten, hebben mannen van hun kant het evenwicht te herstellen en zich weer te verbinden met hun gevoel.
Volgens ons is “Mannenwerk” nog steeds hard nodig.